Posts Tagged ‘cannibal park’

Slachting nabij Cannibal Park (33) (slot)

februari 15, 2011

Hoofdstuk 33

“Wat zeggen de resultaten, doker”, vraagt mijnheer Vande Vindevogel bezorgd.

“Alles is stabiel”, bevestigt dokter Bosmans, “Ik denk dat de onstekingsremmers hun werk hebben gedaan. Ik kan binnenkort eens informeren voor een prothese.”

“Zal ze ooit terug kunnen lopen, denkt u?”

“Ongetwijfeld, ze is jong en geneest vlot.”

Mijnheer Vande Vindevogel zucht opgelucht.

“Er is nog een ding waar ik het met u over wou hebben.”

“De financiële regelingen?”

“Neen”, schudt dokteer Bosmans het hoofd, “Wist u dat uw dochter zwanger was?”

Kelly zwanger? Van die gemuteerde wildemannen?

Mijnheer Vande Vindevogels wereld stort in.

Slachting nabij Cannibal Park (32)

februari 14, 2011

Hoofdstuk 32

Het is maandag en de zon schijnt. Kelly zit in de tuin van haar ouders. Ze drinkt vers sinaasappelsap en luistert naar de radio.

“En straks hebben we Kelly Vande Vindevogel in de studio. Zij werd het slachtoffer van gekloonde kannibalen.”, klinkt het.

“Dat ben ik, papa!”, zegt Kelly trots.

Mijnheer Vande Vindevogel glimlacht droevig. Voor hem hoeft al die media aandacht niet. Hij is blij dat hij zijn dochter terug heeft. Ze is een been kwijt, maar ze leeft tenminste nog. De wonde is volledig ontstoken, maar dokter Bosmans zegt dat het goed geneest. De koorts is al veel minder.

“Kelly, jij ging door een hel in Meerdaalwoud nadat een geheim experiment van dr. Hammonds Afrikamuseum uit de hand liep?”
“Ja, Friedl. Het zat zo: het kloneringsproject van dr. Hammond was volledig gebaseerd op experimenten die hij deed met DNA-stalen van een prehistorische stam uit de regio. Later bleek dat deze stam de prehistorie ruim overleefd had en door jarenlange inteelt volledig gedegenereerd geraakt was. Het DNA was eigenlijk helemaal zo oud niet, maar de genetische informaatie sloeg nergens op. Hammonds Proefpersonen waren gestoorde, destructieve wezens. Hij is er uiteindelijk zelf het slachtofer van geworden.”
“Dat klopt, Kelly. We hebben zelfs een reporter ter plaatse gestuurd… ”

Mijnheer Vande Vindevogel schenkt Kelly’s glas nog eens vol. Ze is zo blij dat ze op de radio is. Bij Friedl dan nog wel. Alles wat het meisje helpt om het vreselijke taume te verwerken is goed wat hem betreft.

De bel gaat.

“Dat zal dokter Bosmans zijn, lieje. Ik doe wel open.”

“Prima”, roept Kelly. Op de radio stelt een reporter nietszeggende vragen aan inwoners uit de buurt. Of ze ooit iets hadden opgemerkt? Of ze soms gegil hoorden? Dat soort dingen.

Slachting nabij Cannibal Park (31)

februari 11, 2011

Hoofdstuk 31

Het duurt uren en uren, maar uiteindelijk slagen de meisjes erin Kelly op een geïmproviseerde draagberrie te krijgen en haar in de richting van de snelweg te sleuren. Onderweg passeren ze aan de stoffelijke overschotten van Hammond en Verbiest.

“Rotzakken van het Afrikamuseum”, vloekt Amber.

Ze schopt een van de lijken.

Kelly kreunt.

“Rustig maar, meisje”, troost Julia haar, “We geraken hier weg. Ik beloof je dat we hier weg zullen geraken.”

Slachting nabij Cannibal Park (30)

februari 10, 2011

Hoofdstuk 30

“We moeten haar hier wegkrijgen.”

“Laten we een soort draagberrie sjorren.”

Slachting nabij Cannibal Park (29)

februari 9, 2011

Hoofdstuk 29

“Gaan we?”

“Ok.”

Julia en Amber sluipen dichterbij. Tot aan de stinkende bouwval. Wat ze zien, tart elke verbeelding. In de kleine, donkere ruimte ligt Kelly. Ze zit onder het bloed en ze kan nauwelijks praten. Iemand heeft haar been geamputeerd. De resten liggen verspreid op de grond. Het is vreselijk.

Julia rent naar buiten. Amber hoort hoe ze overgeeft.

“Kelly. Kelly”, snikt ze, “Leef je nog?”

Kelly kreunt.

“Godverdomme. Waarom? “, huilt Julia, “Wat hebben ze met haar gedaan. Het lijkt wel alsof ze haar bewust in leven hielden.”

“Het vlees…”

Ambers ogen tranen.

“Het was hen om het vlees te doen.”

“Oh shit….”

“Ze hebben een methode gevonden om de houdbaarheid van het vlees te verlengen.”

Alweer rent Julia naar buiten. De braakgeluiden worden enkel overstemd door Ambers hysterische gejank.

Slachting nabij Cannibal Park (28)

februari 8, 2011

Hoofdstuk 28

“Luister”, gebaart Hammond, “Je kan ze horen.”

“Ze hebben haar gevonden. Ze zijn uit op wraak.“

“Shit.”

“Ze komen hierheen.”

Verbiest is bang. Bang en koortsig. En gek van de pijn.

Als ze komen….

Hammond heeft zijn revolver klaar. Hij kan schieten van zodra er enige beweging is.

Er klinkt geritsel uit de struiken. Steeds luider. Dan staan ze ook in oog met de stam. Hun creatie. Hun monster van Frankenstein.

Verbiest gilt.

Iedereen gilt.

En gromt. En brult.

Revolverschoten weerklinken. Verbiest voelt hoe hij Will Tura’s leiband loslaat. Het woeste dier gooit zich op het dichtsbijzijnde wezen. Verbiest ziet niet wie. Hij is bezig zijn revolver te pakken, maar met zijn foute hand lukt dat niet. Met een plof valt het ding in het zand.
Verbiest vloekt, raapt het ding op en schiet. Schiet. Schiet. Steeds meer. Hij ziet een gestalte ineenduiken. Een schedel spat open.

“Verbiest!”

Het is Hammonds stem. Paniekerig. Bang.

Dan voelt Verbiest hoeklauwen zijn keel openrijten. Zijn angstkreten verdwijnen in het niets. Zijn laatste revolverschot weergalmt door het bos.

De klank zindert nog lang na. Een monotone zoem die uiteindelijk weer overstemd wordt door het getsjilp van vogels, het geruis van de bladeren en het knagende geluid van Will Tura die zich, als enige overlevende, te goed doet aan het vlees van alle lijken. Inclusief dat van zijn baasje.

Slachting nabij Cannibal Park (27)

februari 7, 2011

Hoofdstuk 27

“Ze gaan weg.”

“Dat zei je net ook al.

“Neen. Echt. Ze doen druk over iets. Ze gaan weg.”

“Hou je klaar dan.”

Slachting nabij Cannibal Park (26)

februari 6, 2011

Hoofdstuk 26

Verbiest voelt de pijn branden. Hij heeft al veel bloed verloren. Maar hij blijft Hammond volgen.

Will Tura gromt.

Het dier wordt gek van de bloedgeur, maar is slim genoeg om zijn baasje niet op te vreten.

Tenminste, dat hoopt iedereen.

Slachting nabij Cannibal Park (25)

februari 5, 2011

Hoofdstuk 25

“We kunnen alleen maar wachten”, zucht Amber, “Ze zijn met te veel nu.”

“Wachten? Hoelang?”

“Tot er minder volk in het hutje zit. Dan pas kunnen we korterbij komen.”

Julia knikt.

Er zit niks anders op.

Slachting nabij Cannibal Park (24)

februari 4, 2011

Hoofdstuk 24

“Ik denk dat ik het stamhoofd zie.”

“Zeg dat ze weggaat. Ze leidt Will Tura af.”

“Ze luistert nooit naar wat ik zeg.”

“Doe haar luisteren.”

“Ok. Neem jij de hond even.”

Verbiest loopt met getrokken pistool op de anorectische vrouw af. Met een korte handbeweging maakt hij duidelijk dat ze op moet krassen.

De vrouw briest. Ze klauwt naar hem.

“Opzouten, kutwijf.”

Hij toont haar het pistool.

“Je weet toch wat dit doet, he. Pang-Pang. Jaja, Pang-Pang, kutwijf. Stamhoofd of geit, Pang-Pang maakt geen onderscheid.”

Het stamhoofd lijkt te luisteren. Ze gaat met kleine stapje achteruit, maar dan springt ze plots op de revolver af. Verbiest voelt hoe haar nagels in het vel van zijn hand snijden. Als messen.

“Auw! Godverdomme.”

Hij schreeuwt het uit, maar Anorexia geeft niet af. Ze is veel sterker dan ze eruit ziet. Pezig. Hij voelt haar lichaam tegen het zijne. Ze stinkt even erg als haar mannelijke onderdanen. Dan voelt Verbiest haar tanden in zijn pols. Ze bijt door tot op het bot.

“Godverdomme!”

Hij schreeuwt het uit van de pijn en met die extra adrenaline-opstoot geeft hij haar een gigantische vuist tegen haar hoofd. Ze valt. Als in een droom ziet hij zichzelf de revolver richten. Hij voelt hoe zijn vinger de trekker over haalt en ziet de kogel zich in slow motion door haar hoofd boren. Bloed spat overal. Verbiest voelt de spetters op zijn gezicht.

“Verbiest! Godverdomme, Verbiest”, keelt Hammond, “Wat heb je gedaan. Via hun stamhoofd hadden we nog enige controle over hen. Ze was de enige link die we hadden.”

“Ze was gestoord.”

“Ze zijn allemaal gestooord, Verbiest. Ze neuken met lijken. Ze leven als kannibalen. Ze zijn opgewekt uit restjes DNA van hun al even gestoorde voorouders. Dit is fucking Heverleebos, wat verwacht je.”

“Shit, Hammond. Ze beet mij. Wie weet wat voor ziektes ze had.”

“Djeezes. Verbiest. Je weet welke ziektes ze hadden. Je hebt hun bloed even vaak onderzocht als ik. Je hand moet eraf.”

“Nooit.”

“We hebben geen keuze. En we moeten snel zijn. Ze komen op de geur van bloed af. En als ze zien wat je met hun leidster gedaan hebt, zullen ze wraak willen nemen.”

“Ik schiet ze allemaal door hun kop.”

“Bakkes toe, Verbiest. Dit is mijn levenswerk. Ik laat je dat niet stuk maken. Iedereen kan dieren klonen. Ik heb oermensen gekloond! “

“Gedegenereerde oermensen, Hammond. Bloeddorstige monsters.”

“Nog even en we kunnen in dit bos een historisch Safari-park openen, waar de inwoners van de nabije dorpen hun voorouders kunnen komen bezichtigen.”

“En voederen”, lacht Verbiest schamper, “Cannibal Park.”.

Hij steekt zijn gewonde hand uit naar Hammond.

“Ik zal zorgen dat het zo snel mogelijk gaat.”

Dan klieft de machete door Verbiests onderarm. De hand valt op de grond.

“Zie dat Will Tura er niet van eet”, commandeert Hammond,” En dan voortkomen.”