Posts Tagged ‘bbib’

Bloedbad in de Brouwersstraat (32)

mei 2, 2011

Hoofdstuk 32

Amber komt weer bij bewust zijn. Haar hoofd bonst. Haar knie doet gigantisch veel pijn. En Kai is er. Hij zit op het gezicht van een politieagent en krabt de oogbollen uit diens oogkassen. Dan graaft hij verder. Arme man. Hij is verloren. Amber ziet de kettingzaag en probeert op te staan. Het gata; Ze pakt de zaag en met alle haat en alle angst die in haar lichaam zit, haalt ze uit. Het zaagblad klieft kai in stukken. En ook het gezicht van de man die hij aan het doden is. Het kleine mannetje schreeuwt. Kort en luid. Daarna overstemt de motor enkel nog Ambers opgewonden hartslag.
Ze laat de zaag vallen. En dan is het stil.
“We hebben hem”, fluistert Amber.
“Ja.”, snikt Kelly.
Ze leven nog. Ze zijn gewond en in shock, maar ze leven nog! Ze hebben Kai gedood. Vermorzeld. Veslagen! Amber en kelly ondersteunen elkaar. Naar buiten. Naarde frisse ochtendlucht. De vrijheid en de sirenes van arriverende politiewagens.
“Handen in de lucht!”, roept een stem door een megafoon. Geweren en revolvers worden op hen gericht.
“Iedereen is dood”, antwoordt Kelly.
“Klopt, commandant”, bevestigt een andere stem van achter haar,”Het huis is een ravage. Vertommen en Verbeek zijn dood.”
“Godverdomme”, vloekt de man die commandant genoemd werd.
En “godverdomme” is wat ook Amber en Kelly denken wanneer ze geboeid in de combi worden geladen.

Bloedbad in de Brouwersstraat (31)

mei 1, 2011

Hoofdstuk 31

De deur zwaait krakend open. De kettingzaag motor loeit. Vertommen rent de gang in. De kettingzaag houdt hij voor zich uit. Daar! Op de grond!
Hij ziet Verbeek liggen. Dood? En een meisje… bewusteloos, maar gewond.
“Daar is hij!”, gilt een ander meisje. Ze wijst naar een klein mannetje dat zich half in Verbeeks romp gevreten heeft. Wansmakelijk.
“Doe iets”, gilt het eenbenige meisje. Ze is in paniek. Vertommen ziet hoe voorwerpen door de lucht beginnen zweven.
“Hij doet het allemaal”, schreeuwt ze, “Kai gaat ons aanvallen met het meubilair. Je moet hem uitschakelen.”
Er steekt een harde wind op in de gang. Een storm bijna. Vertommen moet moeite doen om zich overeind te houden. Het meisje is gevallen. Ze wordt geraakt door een rondvliegend stuk hout. De leuning van een stoel. Hard.
Vertommen is in tweestrijd, maar hij beseft het gevaar. Hij moet nu handelen. Nu of nooit. Kai moet uitgeschakeld worden of anders zijn de gevolgen niet te overzien. Arme Verbeek. Hij zou het zo gewild hebben.
Dan heft Vertommen de kettingzaag in de lucht. Hij kijkt nog een keer naar het kleine mannetje. Mikt. En slaat toe. Met ronkende motor zwiert de kettingzaag naar de rug van het mannetje. Mis. Verbeeks ingewanden vliegen in het rond. De zaag maakt geen onderscheid. Openieuw. Weer mist hij het mannetje. En weer richt de kettingzaag een ravage aan op Verbeeks stoffelijke overschot. Bloed spat in het rond. Kelly gilt hysterisch.
“Dood hem. Dood Kai!”
Vertommen mikt opnieuw. De wind in de gang waait harder en harder. Het is niet gemakkelijk om zuiver te mikken met de loodzware motorzaag. Dit keer raakt hij het mannetje. Een arm. Kai kijkt boos om zich heen. Zijn ogen bliksemen. Ook hij voelt pijn. En woede. En lust.
“Kijk uit”, gilt Kelly.
Een handgebaar van Kai. Vertommen voelt een plotse pijnscheut door zijn lichaam trekken. Hij laat de kettingzaag zakken. Fout!
Kai springt op hem. Bijt hem. Vertommen roept. De kettingzaag valt op de grond. Vertommen valt en nog geen seconde later zit Kai op zijn gezicht. Hij graait wraakzuchtig in Vertommen’s oogkassen. De politieagent brult het uit van de pijn. Hij is blind, maar nog niet verslagen. De kettingzaag.. waar is de kettingzaag? Dan hoort hij de motor. Hij ruikt de brandstof.
“Sorry, hoor”, hoort hij een tweede meisje roepen.
Dan rijt de kettingzaag Vertommens gezicht aan stukken.

Bloedbad in de Brouwersstraat (30)

april 30, 2011

Hoofdstuk 30

Wanneer Vertommen in de Brouwersstraat toekomt, is de interventieploeg nog niet aanwezig. Ze zullen er elk moment zijn, weet hij. Maar hij kan niet wachten. Er staat te veel op het spel! Hij moet naar binnen.
Vertommen haalt zijn revolver boven. Geladen. Maar wellicht niet effectief genoeg. Dan denkt hij aan de kettingzaag in zijn koffer.

Bloedbad in de Brouwersstraat (29)

april 29, 2011

Hoofdstuk 29

Inspecteur Verbeek merkt nog net dat kleine klauwen zijn onderbuik openscheuren. De pijn is enorm. Hij ziet hoe Kai zich op zijn ingewanden stort. Daarna verliest hij het bewust zijn.

Bloedbad in de Brouwersstraat (28)

april 28, 2011

Hoofdstuk 28

“Het was verschrikkelijk!”, snikt Amber, “De woonkamer leek wel… hel. Iedereen is dood. We moeten hier weg. Weg.”
Verbeek knikt. Hij beseft dat zijn docher tot de slachtoffers behoort. Maar hij weet ook dat daar nu weinig aan te doen is.
“Kan je lopen?”
Het meisje schudt van neen.
“En jij?”
“Ik heb mijn krukken”, antwoordt Kelly.
“We denken dat jullie het slachtoffer zijn van vervloekt speelgoed dat door een satanische sekte in omloop werd gebracht.”
“Kai?”
“Kai is een monster”, huilt Amber, “Hij heeft Veronique en Vanessa en Kenny vermoord. Afgeslacht. Als beesten in een slachthuis.”
Ook Kelly laat nu haar tranen de vrije loop/
“Ik zal je dragen”, zegt Verbeek, “Buiten zijn we veilig.”
Hij tilt Amber op. Kelly pikkelt achter hen aan op haar krukken.
“Pas op. Hier is de trap.”
Inspecteur Verbeek voelt het draadje dat dwars over de overloop gespannen is te laat. Hij struikelt. Met Amber in zijn armen dondert hij de trap af. Verdomme! Een valstrik! Kai!
Het kleine mannetje staat glunderend onderaan de trap.

Bloedbad in de Brouwersstraat (27)

april 27, 2011

Hoofdstuk 27

De meisjes horen Verbeek roepen.
“Hij is er!”
“Inspecteur Verbeek! We zijn boven.”, roept Kelly, “Blijf weg uit de woonkamer daar is het niet veilig.”

Bloedbad in de Brouwersstraat (26)

april 26, 2011

Hoofdstuk 26

Vertommen scheurt de Tiensesteenweg af. Hij heeft interventie gebeld. Ze zijn onderweg. Afspraak aan de Brouwersstraat. Hopelijk zijn ze niet te laat!

Bloedbad in de Brouwersstraat (25)

april 25, 2011

Hoofdstuk 25

Wanneer inspecteur Verbeek het huis binnen stormt, belandt hij in een tornado van glasscherven, bloed en rondvliegend meubilair. Hij ontwijkt een televisietoestel dat tegen de muur uit elkaar spat. Met zijn hand beschermdd hij zijn ogen tegen de schervenregen, maar hij voelt onmiddellijk de snijdende wondes in zijn gezicht. Wat is dit?
“Vanessa!”, roept hij, “Amber! Kelly!”
De meisjes zijn nergens te bespeuren. Er ligt een vrouwenlichaam naast de zetel. Het is iemand die hij niet kent. Teninste, hij hoopt dat hij de aan stukken gescheurde en doorboorde figuur niet kent.
“Vanesse Verbeek! Waar ben je?”, schreeuwt hij.
Met enige moeite verlaat hij de woonkamer. Hij rent de gang in. Op zoek naar de meisjes. Op zoek naar zijn dochter. Wat een hel! Er ligt een dode jongen in de slaapkamer. Onthoofd. Door gans het huis lopen bloedsporen. En het stinkt er. Oh, mijn God! Wat stinkt het er!
“Vanessa! Amber! Waar zitten jullie?”
Geen reactie. De stilte is verpletterend.

Bloedbad in de Brouwersstraat (24)

april 24, 2011

Hoofdstuk 24
“Hij komt direct”, gilt Amber,”Hij zegt dat hij direct komt!”
“We zijn gered!”
“Wow”, zucht Veronique,” Dan kan ik wel een biertje gebruiken.”
Ze laat zich neerploffen in de zetel en steekt haar hand uit om een flesje bier uit de bak te nemen. Van zodra ze de tanden in haar hand voelt, weet ze dat ze te vroeg gejuichd heeft. Vantussen de lege flesjes slaat Kai toe. Veronique gilt. Kai brult. Glasscherven vliegen in het rond en snijden diepen wonden in haar huid. Ze is te bang om pijn te voelen. Ze wil weglopen. Rennen. Maar haar lichaam reageert niet. Kai bijt. Kai knaagt. Hij snijdt met stukken glas in haar vel. Drinkt haar bloed als nectar. Eet haar vlees. Ze voelt haar onderarm breken. Ze hoort het gescheur. Van haar kleding. Van haar huid.
Amber roept.
Kelly schreeuwt.
Ze slaan en schoppen; Ze hopen Veronique te redden. Maar Kai laat zich niet afleiden. Het plastieken monstertje incasseert de slagen, maar blijft vreten. Hij heeft Veronique’s afgekloven hand losgelaten en richt zich nu op haar lichaam. Het lijkt alsof hij zich een weg door haar heen wil graven.
“Help!”, gilt Amber tevergeefs. Ze probeert Kai van Veronique af te schoppen, maar hij zit vast. Als een teek op een hondenpels. Dit is hopeloos. Met de moed der wanhoop probeert ze Kai vast te pakken en bij zijn slachtoffer weg te rukken. Laat hij los? Lukt het? Amber beseft niet meer wat ze doet. Ze ziet enkel hoe Kai’s flitsende ogen haar aankijken. Hij wijst en ze hoort zijn piepend stemmetje enkele rochelende geluiden uitbrengen.
En dan barst de hel los! Voorwerpen vliegen door de lucht. Kelly wordt zwaar geraakt door een stoel. Ze gaat neer. Staat terug op. Krijgt een ander voorwerp tegen haar hoofd. Ze weet niet hoeveel tanden ze kwijt is. Ze weet niet wat ze kan doen om deze regen van rondvliegende objecten te stoppen. Om de glasscherven van zich af te houden. Om te overleven.
En niks helpt. Amber voelt hoe een salontafeltje de benen onder haar lichaam maait. Ze hoort onder haar knie iets kraken. Het is haar been dat breekt. Het bot versplintert als een lucifer. Als ze hier ooit kan ontsnapppeen, dan zal het al hinkelend zijn.

Bloedbad in de Brouwersstraat (23)

april 23, 2011

Hoofdstuk 23

Inspecteur Verbeek geeft gas..Na het telefoontje van Amber heeft hij snel zijn collega Vertommen uit bed gebeld. Die zorgt nu voor versterking. Hijzelf spoedt zich naar de Brouwersstraat. Naar Kelly’s huis. De plaats van het onheil.
Godverdomme! Amber had het over een popje. Als dat ook maar iets meet die sekte te maken heeft… Hij kan zichzelf wel voor de kop slaan. En er moet iets met Vanessa zijn. Anders had die zelf gebeld.
Hij geeft meer gas. De snelheidsbeperkingen zijn nu even niet zo belangrijk. Dertig doet deugd, maar nu even niet. Hij weet niet wat er aan de hand is, maar wel welke gruwelijke dingen tot de mogelijkheden behoren. Een Bastos zou helpen nu. Om zich te concentreren. Om te rijden. Om niet volledig door het lint te gaan.