“Ik vond dat eigenlijk maar niks, met die Panda.”
“Serieus? Ik had het tegenovergestelde van u verwacht, pvc. Bart De Wever, verkleed als Panda en niet als Bever. Dat vraagt toch om een flauw mopje? Een cartoon? Een blijspel, desnoods.”
Ik kijk Dominique Leroy vragend aan. Als die Panda-grap mij koud liet, dan is dat toch gewoon zo. Neen? Waarom moet dat mens daar dan over blijven doorgaan? Komaan, zeg! Drink uw pint leeg en ga terug naar uw kantoor. Smijt wat volk buiten, goochel wat met buzzwords of verander de naam van uw producten. Het maakt mij niet uit. Zaag gewoon niet. Ik ben ook gans de week gaan werken.
“En dat hij het politieke métier belachelijk maakt”, gaat ze onverstoorbaar door,” is dat ook niet iets voor u om te zeggen? Allez, niet belachelijker dan ‘let the biest go‘ of zo…maar toch, ge weet wel.”
Ja, meiske. Ik weet wel. Ik weet waar ge naartoe wilt. Dat ik hier abusievelijk tegen de schenen schop van het WWF, dat ik gans Panda-minnend Vlaanderen op mijn dak krijg en de lezers van Het Laatste Nieuws er nog eens bovenop. Dat de media mijn vulgariteiten en spitsvondigheden breed uitsmeren over hun voorpagina’s. En het klootjesvolk… dat klikt en dat liked en dat shared dat het geen naam heeft… dat vreet bandbreedte zoals BDW vroeger fritten vrat. En bouletten. En saucissen. En de meermaals heringevroren rommel van bij Sergio Herman. Een dergelijke polemiek is opium voor het volk. En ik bedoel niet de wijvenband of het cultuurprogramma, maar de harddrug. Het spul dat je neemt omdat de vorige dosis is uitgewerkt. Elke keer opnieuw. Tot je handen zo hard trillen dat je alles laat vallen. Zelfs het Duvel-glas dat je vol vodka hebt gegoten. Vodka uit de Aldi, Dominique. Omdat kwantiteit nu eenmaal primeert op kwaliteit voor verslaafden zoals ik. En laat ons eerlijk zijn: ook voor u is kwantiteit een niet onbelangrijke factor. Enkel de providers en operatoren hebben voordeel bij de massale consumptie van online bullshit.
“Ik wil maar zeggen, pvc: ik weet soms niet wat ik aan u heb of wat ik van u kan verwachten. Soms kan het geen kwaad om een beetje voorspelbaar te zijn. Maar bon, wilt ge nog iets om te drinken?”
Ik knik.
Bevestigend.
Ik ga zeggen: ”Ja, twee Duvels.”
Ik ga zeggen: ”Als gij betaalt.”
Ik ga die Duvels binnenkappen gelijk zot.
En zagen om meer.
En meer.
En meer.
Ik ga van mijn barkruk vallen.
Ik ga overgeven en voor ik crash, schrijf ik met braaksel een haiku op de muur.
Dat is voorspelbaar
een lentecoma met dank
aan u, Proximus
En ik ga het mij morgen niks herinneren. Ook die panda niet. Zeker die panda niet.