Hoofdstuk 14
“Ik kan niet meer. Ik moet even rusten.”
“Ze volgens ons niet meer. Ik hoor toch niks.”
“Wat verwacht je te horen? Tromgeroffel? Oorlogsdrums?”
“Ach. Doe niet zo irritant”, reageert Julia.
Amber zwijgt.
“Kunnen we ons hier ergens verstoppen? Heel even. Genoeg om even te rusten. En ik moet plassen.“
“Als je dat maar laat.”
“Wat?”
“Plassen.”
“Dan laat je een spoor na. Dan hoeven ze helemaal niet lang te zoeken. Die klootzakken zijn als dieren. Die snuiven je geur op en vinden je. En dan…”
Julia trekt een pruillip.
“Rust eerst wat”, geeft Amber uiteindelijk toe, “Ondertussen graven we een kuiltje of zo. Dan kan je daarin plassen.”
“Ok.”
“Misschien als we het kuiltje dichtgooien, dat ze het dan minder ruiken. Ik weet het niet.”
Tags: cannibal park
Geef een reactie