Suzanne wordt wakker in de hoogdingang van het ziekenhuis. Er is rook en stof en iedereen loopt door elkaar. Het geluid van sirenes doet pijn aan haar oren. Wat gebeurt er? Wat is er aan de hand?
Er zitten bloedvlekken op haar verpleegstersuniform, maar het is niet haar eigen bloed. Denkt ze. Voorlopig. Suzanne staat op. Een man rent haar voorbij.
“Maak dat je wegkomt! Snel!”, roept hij haar toe. Zijn gezicht is verwrongen van angst.Suzanne haalt diep adem. De lucht is vuil en vies. Ze ruikt de paniek van honderden mensen. Het is een misselijkmakende geur die iets weg heeft van verzuurde urine.
“Wat doe ik hier?”, vraagt Suzanne aan een politieagent. Het is een roodharige man die wanhopige poginen doet de rennende en gillende mensen min of meer in bedwang te houden en veilig naar buiten te loodsen.
“Weet je dat niet?”
Suzanne voelt ongeloof in zijn stem. En angst.
“De eieren zijn uitgekomen.”
Tags: suzanne
Geef een reactie